3.2 De vier V’s

De vier V’s gelden voor alle verkeersincidenten waarbij GEEN gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, zowel op de wegen als met eenzijdig als met tweezijdig aanrijdgevaar.

V1 Voertuig plaatsen

V2 Veiligheid regelen

V3 Verkennen van het incident

V4 Vervolgstappen regelen

V1 Voertuig plaatsen bij eenzijdig aanrijdgevaar

  • Creëer een veiligheidsruimte conform de vuistregel.
    • Hoe harder het verkeer rijdt, hoe groter de risico’s. Maar dit wil niet zeggen dat verkeer waar de snelheid uit is, niet meer gevaarlijk kan worden. De verkeerssituatie kan namelijk wijzigen en nieuw verkeer kan weer op snelheid komen aan rijden.
  • Plaats het hulpverleningsvoertuig ter beveiliging.
    • Plaats het voertuig in de fend-off positie: schuin en zo breed mogelijk op de rijstrook, waarop het incident heeft plaatsgevonden. De richting waarin het voertuig staat, bepaalt de rijrichting van het verkeer.

V2 Veiligheid regelen

  • Vraag verkeerssignalering aan.
    • Vraag een rood kruis aan voor de rijstrook of rijstroken waarop het incident staat, zodra je ter plaatse komt.
  • Draag Veiligheidskleding.
    • Trek een veiligheidsvest aan (tenzij u al verkeersveilige kleding draagt). Eén persoon van de politie, brandweer, ambulancezorg en de wegbeheerder trekt een groen vest aan. Hij neemt voor zijn dienst de leiding en is aanspreekpunt voor andere diensten.
  • Plaats verkeerskegels.
    • Plaats kijkend naar het verkeer vijf verkeerskegels tussen het beveiligingsvoertuig  en het incident.
  • Zet het verkeer stil.
    • In principe wordt het verkeer bij incidenten met eenzijdig aanrijdgevaar niet stilgezet.

V3 Verkennen van het incident

  • Schouw het incident multidisciplinair.
    • Schouw voor alle partijen met behulp van de schouwkaart en geef de informatie kort en bondig door aan de meldkamer.

V4 Vervolgstappen regelen

  • Beslis of de weg afgesloten moet worden.
    • Beslis in een vroeg stadium of er wel of niet afgesloten en omgeleid moet worden. Als het te lang duurt voordat er maatregelen getroffen worden, gaat het verkeer zichzelf regelen. houd bij het nemen van deze beslissing rekening met een veilige werkplek en voldoende werkruimte voor de hulpverleners
  • Vraag aanvullende verkeersmaatregelen aan.
    • Als de eerste veiligheidsmaatregelen getroffen zijn, betekent dit dat de situatie veiliger is. Afhankelijk van de situatie zullen er meestal aanvullende verkeersmaatregelen nodig zijn.