Maatregelen bij gladheid en storingen

Onderweg kun je te maken krijgen met tegenslagen: slechte weersomstandigheden, een lekke band, kapotte lampen of een groter mankement aan de vrachtauto.

In dit hoofdstuk leer je meer over wat je doet in het geval van gladheid en bij storingen of pech onderweg.

Maatregelen bij gladheid
Een belangrijk gevaar onderweg, is het risico op ongelukken vanwege gladheid. Gaat de vrachtauto met lading eenmaal schuiven, dan verlies je al snel de controle over al dit gewicht. Met alle gevolgen van dien voor jou en de weggebruikers om je heen.

Wat doe je wel bij gladheid?

  • Schakel de hulpremmen uit.
  • Let op je snelheid.
  • Rijd in een lagere versnelling. Op die manier remt de vrachtauto automatisch al wat af zodra je het gaspedaal loslaat.
  • Houd extra afstand.
  • Rijd gelijkmatig en kijk vooruit.
  • Zie je dat je moet afremmen? Probeer snelheid te minderen door de vrachtauto uit te laten rollen.
  • Gebruik ABS.

ABS
De afkorting ABS staat voor Anti Blokkeer Systeem. ABS regelt de remdruk, zodat de wielen tijdens het remmen niet blokkeren. Zo blijft de vrachtauto tijdens het remmen bestuurbaar. Bij gladheid wordt ABS al bij de minste druk op het rempedaal ingeschakeld.

Dit ABS-icoontje op de boordcomputer zie je bij het starten van de vrachtauto drie seconden branden. Daarna gaat het uit. Zo weet je dat het ABS is ingeschakeld.

ADAS
Je vrachtauto is naast ABS meestal ook voorzien van ASR (aandrijfslipregeling, ALB (lastafhankelijk remsysteem), wegrolblokkering en BAS (remassistent).

Al deze rijveiligheidssystemen zijn onderdeel van ADAS : Advanced Driver Assistance Systems.

Onder ADAS vallen verschillende rijhulpsystemen die het rijden veiliger en makkelijker maken. Toch blijven het hulpsystemen, ze werken alleen in combinatie met de juiste rijstijl. Afstand houden, je snelheid aanpassen, goed opletten en op tijd remmen, blijven handelingen waar jij als bestuurder in de eerste plaats verantwoordelijk voor bent. Bovendien zijn er dus zelfs omstandigheden -zoals in het geval van gladheid- waarin het veiliger is om bepaalde hulpsystemen (zoals hulpremmen) uit te schakelen.

Maatregelen bij storingen

Van een kapotte lamp tot een acuut probleem met de motor: tijdens het rijden kan je vrachtauto kleine storingen tot grotere mankementen vertonen. In dit onderdeel lees je hoe je handelt in het geval van een storing en hoe je kleine storingen zelf verhelpt.

Er brandt een controlelampje
De vrachtauto is voorzien van een dashboard en een boordcomputer.

De boordcomputer informeert je onder andere over het brandstofverbruik, de reistijd, onderhoud én storingen. Blijft er na het starten een controlelampje op je dashboard branden? Dan is dit het teken dat je actie moet ondernemen.

Naast het controlelampje, zal de storing ook in het mededelingenscherm van de boordcomputer te zien zijn. Aan de kleur van het scherm van de boordcomputer en het controlelampje zie je hoe ernstig de melding is:

  • Grijs: er is een storing die niet direct opgelost hoeft te worden. Je kunt verder rijden.
  • Geel: er is een storing die opgelost moet worden, maar je mag voorzichtig verder rijden. Zoek zo snel mogelijk een garage op waar het probleem verholpen kan worden.
  • Rood: Er is een ernstige storing. Parkeer de vrachtauto meteen op een veilige plaats langs de kant van de weg en neem contact op met een pechhulpdienst of garage.

Er brandt een controlelampje, wat nu

  • Kijk op het dashboard en de boordcomputer om welke storing het gaat.
  • Pak het instructieboekje erbij en kijk wat je moet doen.
  • Google eventueel extra informatie over de melding.
  • Kleine storingen kun je vaak zelf verhelpen.
  • Kom je er niet uit of gaat het om een groot mankement?
    Neem dan contact op met je werkgever, de pechhulpdienst of een garage.

Een lekke band
Heb je een lekke band, dan kun je deze zelf verwisselen met het reservewiel. Rijd vervolgens naar de dichtstbijzijnde garage om er een nieuwe band op te laten plaatsen.

Houd tijdens het verwisselen van de band, je instructieboekje bij de hand!

Volg deze tips op:

  • Verwissel nooit een band op een helling. Zorg dat de vrachtauto op een recht vlak staat.
  • Trek de parkeerrem aan en houd deze tijdens de hele bandenwissel aangetrokken.
  • Heb je bandenpech aan linkerzijde van de vrachtauto? Draai het stuurwiel tot de aanslag linksom. Bij bandenpech aan de rechterzijde, draai je het stuurwiel tot de aanslag rechtsom.
  • Plaats wielkeggen om te voorkomen dat de vrachtauto wegrolt.
  • Plaats een krik alleen op de daarvoor bestemde kriksteunpunten met de voet van de krik loodrecht onder het kriksteunpunt.
  • Haal voordat je de krik gebruikt om de vrachtauto omhoog te krikken, eerst de sleutel uit het contact. Anders kan de luchtvering van de vrachtauto tijdens het omhoog brengen van de vrachtauto worden geactiveerd.
  • Verwissel de lekke band bij voorkeur met een band van dezelfde velg- en bandafmeting.
  • Heeft het reservewiel een andere afmeting? Gebruik dit dan alleen voor een korte rit naar de garage en rijd extra rustig en voorzichtig. Laat in de garage een wiel met de juiste afmetingen plaatsen.
  • Controleer voordat je de krik gebruikt het maximumdraagvermogen. Dit staat op de krik.
  • Krik de band maximaal 30 mm omhoog. Anders kan de vrachtauto van de krik glijden.
  • Maak het wiel pas los wanneer er geen spanning meer op staat. Anders kan het wiel omvallen.
  • Verwijder het wiel door de wielmoeren los te maken en plaats het reservewiel.
  • Maak de wielmoeren weer vast en controleer de bandenspanning.
  • Controleer na 50 km rijden of de wielmoeren van het reservewiel nog goed zitten

Een lamp vervangen
Goede verlichting speelt een belangrijke rol in de verkeersveiligheid. Let er daarom altijd op dat alle lampen werken. Is er een lamp stuk, dan kun je deze in veel gevallen zelf vervangen.

Tips vervangen lamp:

  • Schakel voordat je een lampje vervangt de verlichting uit.
  • Zet het contactslot in stand 0, zo voorkom je kortsluiting.
  • Draag bij het verwijderen van het kapotte lampje, handschoenen en een veiligheidsbril.
  • Verlichting kan tijdens het gebruik heet worden. Check daarom altijd eerst of het kapotte lampje is afgekoeld, voordat je dit vervangt.
  • Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met het juiste aantal watt en van 24 volt.
  • Pak het nieuw lampje met een schone, pluisvrije doek vast. Pak de nieuwe lamp nooit met vette of natte vingers vast, anders brandt deze opnieuw door.
  • Is het lampje van een dim- of grootlicht aan de ene kant stuk, vervang dan ook het lampje aan de andere kant.
  • Controleer de contacten op corrosie en maak deze zo nodig schoon.
  • Let op een juiste montage van de afdichtrubbers en vervang beschadigde afdichtrubbers.
  • Wil het nieuwe lampje ook niet branden? Laat er dan in de garage naar kijken.

Lampen die je niet zelf kunt vervangen
Laat deze lampen door de vakmensen in de garage vervangen:

  • Bixenonlampen (deze staan onder hoogspanning)
  • Stadslicht
  • LED-dagrijverlichting
  • LED-elementen in de achterlichten
  • LED-contourverlichting
  • LED-dim-, mist- en grootlicht
  • Lampjes van de sfeerverlichting in de cabine

Een kapotte zekering
Een kapotte zekering kun je zelf vervangen.

Vervangen zekering

  • Open de hoofdzekeringenkast. Deze vind je onder het dashboardkastje aan de kant van de bijrijder.
  • Verwijder de afdekking van de hoofdzekeringenkast.
  • Op de binnenkant van de afdekking staat het zekering-aansluitschema. Hierop staat welke zekeringen bij de verschillende functies in de vrachtauto horen.
  • Trek de zekering met de zekeringtang uit de module en bekijk de zekering. Is de smeltdraad doorgebrand? Dan kun je de zekering vervangen door een reservezekering.
  • Vervang de kapotte zekering altijd door een zekering met dezelfde zekeringwaarde (evenveel ampère).
  • Brandt de nieuwe zekering ook door? Laat hier dan in een garage naar kijken.

TIP: Smeltzekeringen met dezelfde zekeringwaarde hebben dezelfde kleur.

Sleep-klaar maken vrachtauto
Niet alle storingen zijn langs de kant van de weg te verhelpen. Wanneer je onderweg met een ernstig mankement aan de vrachtauto te maken krijgt, kan deze ook ter reparatie naar een garage moeten worden gesleept. Lees hier hoe je de vrachtauto sleep-klaar maakt.

Laat de vrachtauto alleen slepen door een professioneel sleep- en bergingsbedrijf, tenzij deze op een gevaarlijke plek stilstaat. In dat geval mag een ander voertuig met voldoende trekkracht de vrachtauto naar een veilige plek slepen.

Sleep-klaar maken vrachtauto:

  • Is je vrachtauto voorzien van stuurbekrachtiging? Dan mag deze alleen gesleept worden als het contact is ingeschakeld en het rode waarschuwingslampje D niet brandt.
  • Activeer de wegsleepmodus op de boordcomputer.
  • Schakel voor het slepen de Active Brake Assistent uit. Anders kan deze tijdens het slepen ingeschakeld worden en raakt het remsysteem oververhit.
  • Wordt de vrachtauto aan de voorkant gesleept? Breng dan op de voorkant twee sleepogen aan.

Tips tijdens het slepen:

  • Laat de vrachtauto alleen met een opgeheven vooras slepen.
  • Als de vrachtauto wordt vervoerd op een dieplader, kan de toegestane hoogte worden overschreden. Dit kan een probleem zijn bij het rijden onder bruggen of viaducten. Houd hier rekening mee.
  • Spreek met de chauffeur van het slepende voertuig duidelijke communicatiesignalen af, voor tijdens het slepen.
  • Pas je rijstijl tijdens het slepen aan.