Sedert de ingebruikname van de digitale tachograaf wordt er gebruik gemaakt van de UTC-tijd en de lokale tijd.

De UTC-tijd (Universal Time Coödinated). Deze tijd is gelijk aan de Greenwich Mean Time (GMT). De lokale tijd is de tijd die van toepassing is in het land waar je werkzaam bent.
De uniforme tijd, de UTC-tijd, wordt opgeslagen op het interne geheugen van de tachograaf, op de bestuurderskaart en op elke print-out die wordt gemaakt. Je zult dan steeds moeten weten wat de afwijking is met de UTC-tijd om de tijden binnen de tijdzone te kunnen vaststellen.

Uiteraard gebruik je de ‘lokale tijd’ zodat je ook op jouw tachograaf de juiste tijd kunt aflezen.

Om de lokale tijd, bijvoorbeeld bij de zomer- en wintertijd te kunnen aanpassen, ga je met de ‘menutoets’ naar ‘invoer voertuig’ en vervolgens ‘lokale tijd’.
Met de hoofdstuk-13-afbeelding-2hoofdstuk-13-afbeelding-3 kun je dan de tijd per half uur wijzigen.
Zodra de lokale tijd afwijkt van de UTC-tijd zie je op het display een zwarte punt staan achter de lokale tijd.

Zodra je ziet dat de UTC-tijd afwijkt dan kun je ook deze met de menutoets aanpassen. Je gaat dan weer naar ‘invoer voertuig’ en vervolgens naar ‘UTC-tijd’ en kunt weer met de hoofdstuk-13-afbeelding-2hoofdstuk-13-afbeelding-3 de UTC-tijd aanpassen. Echter dit gaat slechts één minuut per week!
Loopt het uurwerk dus 10 minuten achter dan zul je daar 10 weken voor nodig hebben om de tijd te kunnen corrigeren. Deze situatie is natuurlijk zo toegepast om frauduleuze handelingen met de tijdsinstellingen te voorkomen.