Afhankelijk van het soort werk dat wordt verricht, kost het de werknemer veel energie, zowel fysiek als mentaal, om deze werkzaamheden uit te voeren. Mede om die reden zijn er, om te voorkomen dat werknemers te lang achter elkaar moeten doorwerken, regels gesteld over de maximale arbeidstijden en de minimale pauzes.
In deze Arbeidstijdenwet staat onder meer vermeld hoe lang een werknemer op een dag of in een week mag werken. Ook worden de minimale pauzes en rusttijden voorgeschreven.
In de Arbeidstijdenwet worden eisen gesteld met het oog op de gezondheid, veiligheid en welzijn, maar tevens om de werkzaamheden, privé, maar ook zorgtaken te combineren.
Deze eisen, dus de regels, gelden voor werknemers van 18 jaar en ouder. Voor kinderen onder de 16 jaar en voor jongeren in de leeftijd van 16 en 17 jaar gelden aangepaste regels. Dat geldt overigens ook voor zwangere en pas bevallen vrouwen.

Het Arbeidstijdenbesluit

In het Arbeidstijdenbesluit (ATB) staan een aantal uitzonderingen en aanvullingen op hetgeen in de Arbeidstijdenwet vermeld staat. Dit geldt voor een aantal sectoren, waaronder het vervoer.

In hoofdstuk 2 van het Arbeidstijdenbesluit vervoer staan een aantal specifieke regels voor arbeid in het wegvervoer.  Dit hoofdstuk is van toepassing op beroepsmatige verplaatsingen over de openbare weg en daarmee direct samenhangende werkzaamheden van:

  • vrachtauto’s;
  • autobussen;
  • taxi’s.