Eerste Hulp Bij Ongelukken

Het noodzakelijk verplaatsen van een slachtoffer om hem uit een gevaarlijke situatie te halen kan het beste met de Rautekgreep worden gedaan:
  • kniel achter het slachtoffer en schuif je handen onder de schouders door tot bij de oksels;
  • til het bovenlichaam omhoog en plaats jouw knie en bovenbeen onder tegen de rug zodat het slachtoffer tegen je aanleunt;
  • schuif nu jouw armen verder onder de oksels door en leg een onderarm van het slachtoffer horizontaal voor de borst;
  • plaats jouw beide handen, met de duimen naar voren wijzend, over de horizontale arm en til het slachtoffer daaraan op. Sleep hem zo naar een veilige plaats en verleen daar eerste hulp.

De belangrijkste oorzaak van een shock is ernstig bloedverlies.
Een actieve bloeding met groot bloedverlies moet je direct stoppen anders kan dit leiden tot shock. Dit doe je door druk uit te oefenen op de wond. Kijk tevens naar de ademhaling van het slachtoffer. Inwendige bloedingen kunnen alleen in het ziekenhuis worden gestopt.

Als een slachtoffer bij een ongeval zich ellendig voelt, een zieke indruk maakt, het koud heeft, klam aanvoelt, een bleke grauwe gelaatskleur heeft met bleke nagelbedden en dorst heeft is het slachtoffer mogelijk in shock.

Je kunt de gevolgen van shock beperken:

  • Alarmeer onmiddellijk 112.
  • Help de slachtoffer om te gaan liggen stel hem gerust en laat hem niet alleen.
  • Houd de luchtwegen vrij. (Stabiele zijligging)
  • Stelp indien mogelijk ernstige uitwendige bloedingen.
  • Zorg dat de slachtoffer niet onderkoeld raakt.
  • Controleer het bewustzijn de ademhaling en handel volgens je bevindingen.
  • Warm het slachtoffer niet actief op.
  • Laat het slachtoffer niet drinken. Bij shock blijft het vocht in de maag en er ontstaat een grote kans op braken.

Om stoornissen van het bewustzijn op te heffen moet je:
  • het slachtoffer luid en duidelijk aanspreken en iemand met gesloten ogen vragen deze te openen;
  • als het slachtoffer hierop niet reageert moet je pijnprikkels toedienen door in de monnikskapspier te knijpen. Kun je die spier niet bereiken, knijp dan in de oorlel of in de huid van de handrug.

Om ernstige bloedingen te stoppen moet je:
  • het slachtoffer laten liggen, als het mogelijk is het bloedende lichaamsdeel omhoog brengen en druk op de wond uitoefenen;
    1. De bloeding stopt: Leg dan een snelverband of wondsnelverband aan.
    2. De bloeding stopt niet: Leg dan een wonddrukverband aan.
  • als je geen verbandmateriaal bij de hand heeft kun je ook druk uitoefenen met een handdoek, theedoek, een kledingstuk en zelfs met de blote hand;
  • laat het gewonde lichaamsdeel zoveel mogelijk rusten en wacht deskundige hulp af.

Dit is wat je moet doen om stoornissen van de ademhaling op te heffen:
  • de ademweg vrijmaken, zoals knellende kleding om de hals, spijsbrok of ander voorwerp in de mond of luchtpijp verwijderen;
  • leg het slachtoffer op de rug en breng het hoofd achterover met jouw ene hand op het voorhoofd;
  • pas de kinlift toe door de vingertoppen van jouw andere hand onder het benige gedeelte van de kin van het slachtoffer te plaatsen en de kin op te tillen; knijp de neus van het slachtoffer dicht, adem zelf diep in en plaats jouw wijdgeopende mond sluitend over de mond van het slachtoffer en blaas je adem gedurende twee seconden in zijn mond;
  • kijk of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt en als dat is gebeurd moet je jouw mond wegnemen en de neus loslaten en controleren of de borstkas weer inzakt;
  • adem zelf weer opnieuw in en herhaal het beademen tot er deskundige hulp is.

Voor het goed beademen is het nodig dat je dit twaalf keer per minuut doet. Gaat de borstkas van het slachtoffer tijdens het beademen niet omhoog en omlaag, of voel je weerstand bij het inblazen, dan moet je het hoofd van het slachtoffer verder achterover drukken. Als het slachtoffer weer zelfstandig ademt, moet je hem in de stabiele zijligging brengen om de ademweg vrij te houden.

Enkele aanwijzingen voor het geven van hartmassage zijn:
  • De verhouding tussen hartmassage en beademing is 30 : 2.
  • Het zo snel mogelijk uitvoeren van hartmassage heeft voorrang boven beademen.
  • Als men niet in staat is te beademen of hier grote weerzin tegen heeft, dan kan de eerstehulpverlener volstaan met alleen het geven van hartmassage.
  • Als het slachtoffer bewusteloos en rustig ademend op de grond ligt moet je het slachtoffer laten liggen en onmiddellijk de hulpdiensten alarmeren door 112 te bellen.

  • Draai eerst het hoofd voorzichtig opzij.
  • Kijk in de mond of er iets inzit (bijv. kauwgom) en verwijder dat.
  • Maak knellende kledingstukken los.
  • Kniel aan de linkerzijde van het slachtoffer.
  • Leg de linkerarm gestrekt naar boven.
  • Buig de rechterknie en plaats de rechtervoet in de knieholte van het linkerbeen.
  • Leg de rechterarm over de borst.
  • Trek aan de rechterknie en leg het slachtoffer op de zij. Daarbij moet het hoofd worden ondersteund en in de zogenaamde ‘uitschenkhouding’ worden geplaatst. Dat is zover mogelijk achterover en met de neus en mond naar de grond gericht.
  • Leg indien mogelijk iets onder het achterhoofd, bijvoorbeeld een opgevouwen jas.

Bij verkeersongevallen moet eerst zorgvuldig worden nagegaan of het slachtoffer geen nekletsel heeft opgelopen. Is dat wel het geval, dan mag de stabiele zijligging niet worden toegepast!

Om brandwonden te behandelen moet je:
  • als iemand in brand staat laat hem zo snel mogelijk gaan liggen en het vuur bij voorkeur met water doven. Bij gebrek aan water moet het slachtoffer in een wollen deken, jas of kleed worden gewikkeld. Gebruik geen synthetische stoffen of een isoleringsdeken! Als er niets is om het slachtoffer in te wikkelen, moet hij desnoods over de grond gerold worden;
  • brandwonden moeten onmiddellijk en tenminste tien minuten met lauw stromend water (ca. 20 graden Celcius) worden gekoeld, zodat de temperatuur van de huid daalt en daardoor de pijn minder wordt. Wordt een brandblusser gebruikt, dan moet je zo spuiten dat het blusmiddel niet in het gezicht van het slachtoffer komt;
  • kleding die vast zit aan de verbrande huid mag niet worden losgemaakt, omdat ontstane blaren daardoor opengaan. De kleding moet wel zoveel mogelijk worden natgehouden;
  • bij tweede en derde graads verbranding is er bijna altijd sprake van een open wond die steriel moet worden afgedekt. Tenslotte moet deskundige hulp de verdere behandeling geven.

Om botbreuken en ontwrichtingen te behandelen moet je:
  • het gekwetste lichaamsdeel zo houden en ondersteunen dat het niet kan bewegen om te voorkomen dat botbreuken t.o.v. elkaar kunnen bewegen. Het slachtoffer dus alleen verplaatsen als deze zich bevindt op een gevaarlijke plaats;
  • het lichaamsdeel moet steun en rust krijgen in de positie waarin het slachtoffer is aangetroffen en bij open botbreuken moet de wond steriel worden afgedekt.