Tijd gespendeerd:

Hoofdstuk 5: Omgaan met weggebruikers

(bron SWOV)

Sommige weggebruikers hebben begrip voor vertraging en sommige totaal niet. Bij incidenten is het soms lastig om verkeersdeelnemers te overtuigen dat een verkeersvertraging niet direct op te lossen is. Dit kan leiden tot agressief verkeersgedrag.

SWOV heeft onderzoek gedaan naar verschillende vormen van verkeersagressie. Boosheid is in verschillend onderzoek in verband gebracht met agressief en riskant rijgedrag. Het optreden van zowel boosheid als verkeersagressie is persoons- en situatieafhankelijk. Het blijkt lastig te zijn om objectief vast te stellen wat agressief gedrag is, omdat veel afhankelijk is van persoonlijke interpretaties. Gedrag dat eigenlijk niet agressief bedoeld is, kan toch als agressief ervaren worden door een medeweggebruiker en vervolgens een agressieve reactie oproepen. Boosheid blijkt samen te hangen met agressie en riskant rijgedrag: automobilisten die boos worden achter het stuur rijden vaker agressief en lijken vaker betrokken bij bijna-ongevallen. Er zijn verschillende maatregelen op het gebied van educatie, infrastructuur, techniek en handhaving die het probleem van agressie voor de verkeersveiligheid zouden kunnen aanpakken.

Wat is emotie?

Omdat verkeersagressie kan voortkomen uit (negatieve) emoties, wordt ook het begrip emotie nader toegelicht. Het begrip emotie is veelomvattend en lastig in het kort te definiëren, ook vanwege de verschillende opvattingen die erover bestaan. De belangrijkste literatuur beschrijft emotie als volgt.

Emoties bestaan uit lichamelijke en geestelijke gevoelens die gepaard gaan met gedachten. De emoties kunnen gedachten teweegbrengen of kunnen zelf veroorzaakt worden door gedachten. Verder gaat emotie gepaard met een neiging om wel of geen actie te ondernemen, afhankelijk van wat ons belang dient. Dit kan in vermijdend of juist toenaderend gedrag resulteren. Het vermijdende gedrag treedt voornamelijk op bij negatieve emoties (zoals boosheid) en het toenaderende gedrag bij positieve emoties (zoals blijdschap).

Emoties gaan gepaard met universele gezichtsuitdrukkingen die voor alle culturen hetzelfde worden beschreven. Deze gezichtsuitdrukkingen spelen ook een rol in de ‘emotionele afstemming’, waarbij we elkaar in feite met emoties ‘besmetten’. Deze emotionele afstemming wordt versterkt wanneer we gezichtsexpressies van elkaar overnemen. Mogelijk spelen emotionele besmetting en imitatie van emotionele uitingen ook tijdens verkeersinteracties een rol.

Wat is verkeersagressie?

Er bestaat geen algemene definitie van verkeersagressie. In veel van die beschrijvingen komen de volgende kenmerken van verkeersagressie terug: − gedrag dat een medeweggebruiker (mogelijk) fysieke of emotionele schade berokkent; − gedrag dat bestaat uit een overtreding, of op een andere wijze normoverschrijdend is. Het ontbreken van een algemene definitie komt vooral door meningsverschillen over de motivatie van het gedrag; in hoeverre het gedrag moedwillig is, in hoeverre het gedrag echt bedoeld is om de ander schade te berokkenen en in hoeverre het gedrag voortkomt uit negatieve emoties (zoals boosheid). Bovendien wordt de Engelse term ‘road rage’ soms als synoniem van verkeersagressie en soms als een apart concept gezien, waarbij het gaat om extreem gewelddadig gedrag dat bedoeld is om de ander rechtstreeks schade toe te brengen.

Als iemand bewust schade (fysiek of verbaal/emotioneel) aanbrengt bij een ander of daarmee dreigt, of met woede iets probeert te bereiken, spreken we van agressie.

In de psychologie wordt vaak onderscheid gemaakt tussen twee vormen van agressie: affectieve agressie en instrumentele agressie. Affectieve agressie komt voort uit boosheid, waarbij de dader de behoefte heeft een ander schade te berokkenen. In de context van verkeersagressie kun je denken aan beledigen door obscene gebaren, schelden, op de auto slaan, snel weer inhalen, dicht op de ander rijden, snijden. Allemaal riskante gedragingen in het verkeer.

Instrumentele agressie is er vooral op gericht om persoonlijke doelen te behalen, bijvoorbeeld het zonder vertraging bereiken van de bestemming. Het agressieve gedrag bestaat eruit dat bijvoorbeeld formele en informele verkeersregels worden overtreden en – als neveneffect – belangen van andere weggebruikers worden geschaad. Denk hierbij aan riskant gedrag als te hard rijden, door rood licht rijden, bumperkleven, toeteren. Instrumentele agressie is in haar uitingsvormen veel diverser dan affectieve agressie; elk benadelend of normoverschrijdend gedrag kán instrumentele agressie zijn indien het opzettelijk was. Bovendien kan ook onopzettelijk benadelend of normoverschrijdend gedrag door een ander opgevat worden als wel opzettelijk, en daarmee als agressief worden ervaren. Daarmee kan instrumentele agressie ook de aanleiding vormen voor affectieve agressie bij medeweggebruikers.

Bij agressie zijn er twee belangrijke punten:

  • Agressie roept agressie op: indien je iemand op een agressieve wijze benaderd, zal deze persoon op eenzelfde wijze reageren. Je krijgt dus je eigen gedrag ‘terug’.
  • Agressie wordt gezien als een aangeleerde gewoonte. Vaak heeft dit te maken met de opvoeding van de ouders. Mensen zijn dus niet agressief, maar laten een aangeleerd gedrag zien.

Waardoor ontstaat boosheid in het verkeer?

Boosheid in het verkeer ontstaat zowel door persoonlijke kenmerken als door de verkeerssituatie. Er bestaan om te beginnen persoonlijke verschillen in de mate waarin iemand geneigd is om emotioneel te reageren; ook in het verkeer gaat dit op. Mensen die de neiging hebben om in het algemeen boos of agressief te reageren, rapporteren vaker boosheid en ook ergere boosheid in het verkeer. Personen die hoog scoren op Attention Deficiency Hyperactivity Disorder (ADHD) zijn ook vaker boos in het verkeer dan mensen die hier laag op scoren. Emoties kunnen al vóór de verkeersdeelname zijn ontstaan of tijdens de verkeersdeelname opkomen. De aanleiding verschilt bovendien per emotie. Zo zal blijdschap meestal niets te maken hebben met de verkeerssituatie, terwijl verbazing, boosheid en angst vaker met het verkeer te maken zullen hebben.

Waardoor ontstaat verkeersagressie?

Ook voor verkeersagressie geldt dat deze kan voortkomen uit persoonlijke kenmerken en uit de verkeerssituatie. Zo blijkt uit verschillende onderzoeken dat boosheid en agressief gedrag in het verkeer afnemen naarmate men ouder wordt, dat mannen vaker agressief gedrag vertonen dan vrouwen, en dat mensen die geneigd zijn boos te worden ook eerder agressief gedrag in het verkeer vertonen. Ook blijken mensen met een obsessieve passie voor autorijden vaker agressief rijgedrag te vertonen. Met betrekking tot de verkeerssituatie wordt vaak genoemd dat verkeersagressie toeneemt in situaties waarin de eigen belangen belemmerd worden en er frustratie ontstaat: de zogeheten frustratie-agressietheorie. Denk daarbij aan files, lange wachttijden voor een rood licht of overtredingen van anderen die hinder veroorzaken. Ten slotte blijken anonimiteit en het gebrek aan directe communicatiemogelijkheden van autobestuurders bij te dragen aan verkeersagressie.

Agressie herkennen

Door agressie te herkennen, kun je agressie beheersen. Je weet dan hoe je met de agressie om moet gaan.

We herkennen vier soorten agressie:

  1. Emotionele chantage
    Mensen proberen je met hulpeloosheid in te spelen op je emotie. Hiermee hebben ze vaak succes, doordat ze de zwakke plek van de ander weten te raken. De hulpverlener wordt aangesproken op zijn/haar gevoel omdat de persoon zielig is.
  2. Frustratieagressie
    Dit is agressie die gevoed wordt door boosheid of woede. Deze vorm van agressie zullen we dus vaak bij wegwerkzaamheden tegenkomen. Er wordt uiting gegeven aan gevoelens, frustraties die opgedaan zijn door ervaringen/situaties. hierbij is er sprake van verbaal of fysiek gedrag. Vaak komt dit gedrag voort als er verwachtingen niet uitkomen, mensen ergens recht op menen te hebben of als iemand vindt dat hij onredelijk behandeld wordt.
  3. Doelgerichte of instrumentele agressie
    Hierbij zet iemand agressie in om iets gedaan te krijgen. Dit wil zeggen dat agressie ingezet wordt als instrument. Instrumentele agressie wordt ingezet om anderen te manipuleren. Men wil macht uitoefenen om bepaalde situaties naar eigen hand te zetten.
  4. Overvallen, aanranding of verkrachting
    Dit zijn ook vormen van agressie. Hierbij wordt ook gesproken van crimineel gedrag. Er wordt geweld ingezet om dingen voor elkaar te krijgen.
    Per definitie komen overvallen onverwacht en zijn levensbedreigend. Het is erg moeilijk om je hiertegen te wapenen.

Kenmerkend voor agressie is dat er bijna altijd een grens overschreden wordt. Waar de grens ligt is steeds anders, en kun je zelf aangeven. Hiermee geef je de andere persoon de ruimte tot waar en hoever deze kan gaan.

De soort agressie inschatten
Bij agressief gedrag zijn mensen onredelijk en moeilijk voor rede vatbaar. Vaak gaat er een motief achter schuil. Je kunt agressieve personen vaak kalmeren voor het motief te benoemen. Je kunt dan vaak nog wel met hen in gesprek gaan.

Bij uitdagend en provocerend gedrag is het belangrijk dat je je mensenkennis en sociale vaardigheden inzet. In een aantal stappen kun je de situatie onder controle krijgen.

Bij explosief gedrag heb je te maken met fysieke agressie. Iemand met explosief gedrag is niet meer aanspreekbaar of voor rede vatbaar. Men is vaak geneigd om over te gaan op lichamelijk geweld en is het bijna niet meer mogelijk om deze persoon te kalmeren. In dit soort situaties loop je direct gevaar en is het belangrijk om de hulpverleningsdiensten in te schakelen.

Mensen die onder invloed zijn van alcohol en/of drugs of een psychiatrische aandoening hebben zijn vaak niet toerekeningsvatbaar. Deze mensen zijn ook niet voor rede vatbaar en vaak gevaarlijk agressief. Mensen onder invloed zijn vaak ook erg sterk en voelen (op dat moment) geen pijn. Hierbij is je eigen veiligheid het allerbelangrijkste en de beste reactie is weggaan.

Wat zijn de gevolgen van boosheid en verkeersagressie voor de verkeersveiligheid?

Hoewel niet direct te achterhalen is hoe vaak verkeersagressie de oorzaak is van ongevallen, is het zeer aannemelijk dat boosheid en verkeersagressie een negatieve invloed hebben op de verkeersveiligheid. Vooral uit vragenlijstonderzoek blijkt dat er een verband bestaat tussen enerzijds (de neiging tot) boosheid en verkeersagressie, en anderzijds (bijna-)ongevallen en riskant rijgedrag (bijvoorbeeld snelheidsovertredingen, bumperkleven). Van deze handelingen, die een uiting kunnen zijn van verkeersagressie, is wel bekend dat ze leiden tot een verhoogde ongevalskans. Onderzoeken wijzen uit dat automobilisten met een relatief sterke neiging tot boosheid (bepaald op de Driving Anger Scale – DAS) circa twee keer zo vaak boos worden in het verkeer, intensere boosheid ervaren, en ongeveer drie keer zo vaak agressieve handelingen in het verkeer rapporteren dan automobilisten die deze neiging niet hebben. In rijsimulatoren blijken ze ook eerder geneigd te zijn tot riskant rijgedrag (korte volgafstanden, meer snelheidsovertredingen, minder gelijkmatig rijgedrag), en blijken ze ongeveer twee keer zo vaak betrokken te zijn bij (virtuele) verkeersongevallen. Ook rapporteren ze in hun dagboeken meer bijna-ongevallen in het echte verkeer. In belemmerende verkeerssituaties (zoals vastzitten in druk, langzaam verkeer) blijken ze bozer te zijn, en meer geneigd om dat ook te uiten (verbaal of fysiek). Overigens blijft wel de vraag of automobilisten die sterk geneigd zijn tot boosheid in het echt ook zoveel risico nemen als in rijsimulaties, waarin ze geen echt risico lopen. Zoals gezegd is niet direct te achterhalen hoe vaak verkeersagressie de oorzaak is van ongevallen.

Omgaan met agressie

Iedereen heeft een eigen reactie op basis van intuïtie, als hij te maken krijgt met agressie. hierbij zijn er drie basisreacties: vechten, vluchten of bevriezen. dit hoef je uiteraard niet letterlijk op te pakken.

Neem de volgende stappen in alle gevallen van agressie:

  • blijf rustig en beleefd;
  • schat de situatie in;
  • houd vooral oogcontact;
  • behandel iedereen met respect;
  • zeg dat je ziet dat de ander boos is, maar ga niet in discussie;
  • stel een duidelijke grens aan het gedrag, maar wijs de persoon niet af;
  • als je denkt dat de situatie escaleert, roep je hulp in van je leidinggevende.

Contact maken is van groot belang, ook al is vaak de eerste reactie om contact uit de weg te gaan. Door ‘mee te gaan’ met wat de agressieve persoon te melden heeft, zul je gehoord en begrepen worden. Dit heeft vaak een ‘bevrijdend’ effect.